pampagras
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pampagras (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pam·pa·gras
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pampa zn en gras zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pampagras | pampagrassen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het pampagras o [2]
- (bloemplanten) een geslacht Cortaderia uit de grassenfamilie. Het telt ongeveer 25 soorten van het zuidelijk halfrond, waarvan de meeste in Zuid-Amerika, enkele in Nieuw-Zeeland en een in Nieuw-Guinea. Het zijn planten van grasvlaktes (pampa's) en bergen
- ▸ Pampagras, berkenbladeren, gipskruid, wat glazen knikkers.[3]
Hyperoniemen
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord pampagras staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.