pawn

Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
[A], [B] pawn pawns

Zelfstandig naamwoord

[A] pawn

  1. (schaak) pion [1]
  2. (figuurlijk) pion [2]

Zelfstandig naamwoord

[B] pawn

  1. (financieel) (juridisch) onderpand
  2. (financieel) (juridisch) verpanding
vervoeging
onbepaalde wijs to  pawn 
he/she/it  pawns 
verleden tijd  pawned 
voltooid
deelwoord
 pawned 
onvoltooid
deelwoord
 pawning 
gebiedende wijs  pawn 

Werkwoord

[B] pawn

  1. (financieel) (juridisch) verpanden

Gangbaarheid

99 %van de Amerikanen;
100 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.