pijpendraaier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pijpendraaier (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pij·pen·draai·er
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pijp zn en draaier zn met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pijpendraaier | pijpendraaiers |
verkleinwoord | pijpendraaiertje | pijpendraaiertjes |
Zelfstandig naamwoord
de pijpendraaier m [2]
- persoon die een ander beetneemt of een loer draait
- (beroep) persoon die stenen tabakspijpen rolt of draait
- (scheldwoord) homoseksueel
Synoniemen
- [1] pijpenmaker, bedrieger
Gangbaarheid
- Het woord 'pijpendraaier' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.