plakband

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  plakband    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈplɑg.bɑnt/
Woordafbreking
  • plak·band
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plakband plakbanden
verkleinwoord plakbandje plakbandjes

Zelfstandig naamwoord

hetplakbando

  1. een lintvormige drager die aan één of beide zijden bedekt is met kleefstoffen, bedoeld om voorwerpen tijdelijk of blijvend vast te maken
    • Jan kleeft de doos dicht met plakband. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord plakband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.