plantenluis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: plantenluis (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- plan·ten·luis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van plant zn en luis zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plantenluis | plantenluizen |
verkleinwoord | plantenluisje | plantenluisjes |
Zelfstandig naamwoord
de plantenluis v / m
- (halfvleugeligen) insect uit de onderorde Sternorrhyncha van insecten uit de orde van de halfvleugeligen (Hemiptera). Ze worden tegenwoordig ook wel tot een aparte orde gerekend. Ze zijn nauw verwant aan cicaden, waarmee ze vroeger in één onderorde werden ingedeeld, en aan de wantsen. Tot deze groep behoren bladvlooien, schildluizen en bladluizen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'plantenluis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.