koningsdopluis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koningsdopluis (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ko·nings·dop·luis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van koning zn en dopluis zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koningsdopluis | koningsdopluizen |
verkleinwoord | koningsdopluisje | koningsdopluisjes |
Zelfstandig naamwoord
de koningsdopluis v / m
- (halfvleugeligen) Pulvinaria regalis een schildluis die behoort tot de wollige dopluizen. Koningsdopluizen leven van plantensap op bomen in met name steden. Ze leven polyfaag. Het is bekend dat ze op 65 soorten planten voorkomen uit 25 families. De belangrijkste boomsoorten die als gastheer fungeren voor dit schildluis zijn paardenkastanje, plataan, esdoorn, linde, iep, magnolia, laurier en kornoelje. Het kent alleen een generatie per jaar. Jonge exemplaren leven op takken en bladstelen en volwassen exemplaren op de stam. Op de stam produceren ze na de winter eierzakken waaruit een nieuwe generatie voorkomt. Deze zak is grotendeels verborgen onder het lichaam van het dier
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'koningsdopluis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.