promesse

Nederlands

Uitspraak

Geluid: promesse (hulp, bestand)

Woordafbreking

pro·mes·se

Woordherkomst en -opbouw

Leenwoord uit Frans promesse ‘belofte’.^[1]^[2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	promesse	promessen promesses
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de promesse v

(financieel) handelspapier waarop staat dat de ondertekenaar een bepaald bedrag zal betalen aan een bepaald genoemd persoon of aan de toonder van het papier

Synoniemen

orderbrief, orderbriefje

Afgeleide begrippen

promessedisconto, schatkistpromesse

Vertalingen

1. verhandelbare schuldbekentenis

Deens: gældsbrev ^(da) o
Duits: Solawechsel ^(de) m, Eigenwechsel ^(de) m
Engels: promissory note ^(en)
Fins: velkakirja ^(fi)
Frans: billet à ordre ^(fr) m
Grieks: υποσχετικό γραμμάτιο ^(el) (iposkhetikó grammátio) o, γραμμάτιο ^(el) (grammátio) o

Italiaans: pagherò ^(it) m
Pools: weksel własny ^(pl) m
Portugees: livrança ^(pt) v, nota promissória ^(pt) v
Spaans: pagaré ^(es) m
Thai: ตั๋วสัญญาใช้เงิน ^(ta) (dtǔua-sǎn-yaa-chái-ngən)

Gangbaarheid

Het woord promesse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "promesse" herkend door:

66 %	van de Nederlanders;
65 %	van de Vlamingen.^[3]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ promesse op website: Etymologiebank.nl
↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.