punto

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈpun.to/
Woordafbreking
  • pun·to
enkelvoud meervoud
punto puntos

Zelfstandig naamwoord

punto m

  1. punt, stip
  2. (wiskunde) punt, cijfer
  3. plaats, plek
  4. tijdstip, moment, ogenblik
  5. situatie, staat
  6. hoogte, graad
  7. kern
  8. doel
  9. standplaats, halte
  10. bedrieger
  11. kwestie
  12. breisteek
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.