raadslid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  raadslid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈratslɪt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • raads·lid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raadslid raadsleden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetraadslido

  1. (beroep) (politiek) een lid van een gemeenteraad
    • Bent u nu raadslid of raadsman? 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord raadslid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.