rekenles

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rekenles    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • re·ken·les
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rekenles rekenlessen
verkleinwoord rekenlesje rekenlesjes

Zelfstandig naamwoord

derekenlesv/m

  1. (onderwijs) een korte tijd gedurende welke men rekenen leert
    • Meester Valentijn zorgde ook voor de rekenles 

Gangbaarheid

  • Het woord rekenles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.