ribbenkas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ribbenkas    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɪbə(n)ˌkɑs/
Woordafbreking
  • rib·ben·kas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ribbenkas ribbenkassen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deribbenkasv/m

  1. (anatomie) minder gangbare vorm van ribbenkast
    • Onder de ontvleesde ribbenkas puilde de zware en gezwollen buik van het beest naar buiten en ging onrustig op en neer. [2]
Synoniemen
Synoniemen
Opmerkingen
  • Omdat de betekenissen van kas en kast elkaar lange tijd overlapten, komt de vorm 'ribbenkas' soms voor, maar dit is nooit de gangbare vorm geweest. Het omgekeerde is het geval bij 'borstkas', waar de nevenvorm 'borstkast' wel voorkomt, maar nooit gangbaar was.

Gangbaarheid

  • Het woord 'ribbenkas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.