ribes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ribes    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈribɛs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ri·bes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ribes ribessen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deribesm

  1. (bloemplanten) een geslacht Ribes  van struiken (of soms bomen). Het geslacht omvat ook de planten die eerder het geslacht Grossularia vormden. In deze omschrijving omvat het geslacht circa 150 à 160 soorten die voorkomen in de gematigde streken van het noordelijk halfrond en in de Andes. In Nederland en België komen vijf soorten voor
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord ribes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
44 %van de Nederlanders;
23 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Italiaans

Zelfstandig naamwoord

ribes m

  1. (fruit) aalbes; vrucht van de aalbesstruik
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.