rifle

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  rifle (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈraɪfl/
Woordherkomst en -opbouw
  • Werkwoord [A]: afkomstig van het Middelengelse woord riflen, dat van het Oudfranse woord rifler (inkepen) komt; verwant met het Nederduitse woord rifeln, dat van riefe komt.
  • Werkwoord [B]: afkomstig van het Oudfranse woord rifler (plunderen), met Duitse oorsprong.
enkelvoud meervoud
rifle rifles

Zelfstandig naamwoord

rifle

  1. (militair) buks, geweer, karabijn
  2. (militair) een spiraalgroef in de loop van een geweer
  3. (spreektaal) wapen
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
  • [1]: rifle association
  • [1]: rifle butt
  • [1]: rifle club
  • [1]: Rifle Brigade
  • [1]: rifle fire
  • [1]: rifle practice
  • [1]: rifle range
  • [1]: rifle shot
  • [1]: rifleman
  • [1]: riflescope
vervoeging
onbepaalde wijs to  rifle 
he/she/it  rifles 
verleden tijd  rifled 
voltooid
deelwoord
 rifled 
onvoltooid
deelwoord
 rifling 
gebiedende wijs  rifle 

Werkwoord

[A] rifle

  1. overgankelijk, (militair) een spiraalgroef in de loop van een geweer inkepen
  2. overgankelijk, (sport) een bal met grote snelheid gooien of slaan

Werkwoord

[B] rifle

  1. overgankelijk omwroeten
    «The child rifled the till while her mother distracted the postmistress.»
    Het kind wroette de kassa om, terwijl haar moeder de directrice van het postkantoor afleidde.
  2. overgankelijk plunderen
  3. overgankelijk roven
  4. onovergankelijk krachtig zoeken
Afgeleide begrippen
  • [3]: rifler
Uitdrukkingen en gezegden
  • rifle through (somebody's pockets, drawer, till, house)
overgankelijk omwroeten
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.