rotvis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rotvis    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈrɔtfɪs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • rot·vis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotvis rotvissen
verkleinwoord rotvisje rotvisjes

Zelfstandig naamwoord

derotvism

  1. (visserij) puitaal, aalkwab
  2. (spreektaal) waterdier waar men afkeer van heeft
     De brede straten waar de Europeanen woonden, de vismarkt waar 's avonds de laatste rotvis voor een appel en een ei verkocht werd aan de armen, de Spaanse school waar jongetjes in zwarte schorten lawaaiig speelden tot het donker werd.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'rotvis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Marleen Slob
    Ernst & Mijmering : Over Dola de Jong in: Lust en Gratie. (herfst 1996), Stichting Lust en Gratie, Amsterdam, p. 116
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.