scheepslui

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  scheepslui    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsxepslœy/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • scheeps·lui
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scheepslui
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

descheepsluimv

  1. (beroep) (scheepvaart) mensen die deel uitmaken van de bemanning van een vaartuig
     De kleine Karel groeide op met schepen en scheepslui. Hij herkende schepen op grote afstand al. Als kleine jongen bracht hij de vrachtbrieven rond. Hij droomde ervan kapitein te worden.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'scheepslui' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.