schobber

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schobber    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • schob·ber
Woordherkomst en -opbouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schobber schobbers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deschobberm [2]

  1. (pejoratief) iemand met een haveloos uiterlijk
  2. (pejoratief) crimineel iemand, misdadiger
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'schobber' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.