schoensmeer

Nederlands

Uitspraak

Geluid: schoensmeer (hulp, bestand)

Woordafbreking

schoen·smeer

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van schoen en smeer

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	schoensmeer	schoensmeren
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

schoensmeer m / o

smeersel om leer glanzend en soepel te houden en de kale plekken op te kleuren

Synoniemen

schoencrème, schoenpoets

Afgeleide begrippen

schoensmeerplant

Vertalingen

1. smeersel om schoenen blinkend te wrijven

Bulgaars: боя за обувки ^(bg), вакса ^(bg) v
Engels: polish ^(en), wax ^(en)

Spaans: betún ^(es) m, betún para calzado ^(es) m, lustre ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord schoensmeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schoensmeer" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.^[1]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.