skaubruk

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈskæʉbɾʉːk /
Woordafbreking
  • skau·bruk
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 119162
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   skaubruk     skaubruket     skaubruk     skaubruka
skaubrukene  
genitief   skaubruks     skaubrukets     skaubruks     skaubrukas
skaubrukenes  

Zelfstandig naamwoord

skaubruk, o

  1. (bosbouw) bosbeheer, bosbouw, bosexploitatie
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
  •  skaubrukskandidat zn 
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

skaubruk

  1. nominatief onbepaald onzijdig enkelvoud van skaubruk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.