sleuteraar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sleuteraar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sleu·te·raar
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van sleutelen met het achtervoegsel -aar

enkelvoud meervoud
naamwoord sleuteraar sleuteraars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desleuteraarm

  1. iemand die vaak fietsen, auto's en motorfietsen repareert, hiervoor heeft de persoon ring- en steeksleutels nodig voor het losmaken en weer vastzetten van moeren en bouten
    •  

Gangbaarheid

  • Het woord 'sleuteraar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.