slome duikelaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: slome duikelaar (hulp, bestand)
- IPA: /ˈslomə ˈdœykəlar/
Woordafbreking
- slo·me dui·ke·laar
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘sul’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1]
- Herkomst: Jiddisj (vernederlandste vorm) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slome duikelaar | slome duikelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de slome duikelaar v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws) een sloom iemand, naar Sjloume Duikelaar, schuilnaam van een Amsterdams joods marktkoopman en schrijver (1745-1819)
Gangbaarheid
- Het woord 'slome duikelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ duikelaar#hl1 "slome duikelaar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.