smeerwortel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: smeerwortel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsmerwɔrtəl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- smeer·wor·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van smeer en wortel zn [1] [2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | smeerwortel | smeerwortels |
| verkleinwoord | smeerworteltje | smeerworteltjes |
Zelfstandig naamwoord
de smeerwortel m
- (bloemplanten) een geslacht Symphytum van planten uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae ). Het geslacht bevat overblijvende planten, meestal kruiden, geen struiken of bomen. De kelk is tot een kwart of geheel ingesneden. De bladeren zijn langwerpig tot lancetvormig en verspreid geplaatst
- ▸ Hij stond handenvol jonge munt en smeerwortel uit de overwoekerde grond te rukken.[3]
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Hyponiemen
- bastaardsmeerwortel
Afgeleide begrippen
- smeerwortelaardvlo, smeerwortelgalmug, smeerwortelnetwants, smeerwortelsteltmot
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord smeerwortel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] smeerwortel in het Nederlands Soortenregister N
- [1] smeerwortel op Wikidata
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ smeerwortel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.