snackbar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snackbar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snack·bar
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘snelbuffet’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord snackbar snackbars
verkleinwoord snackbarretje snackbarretjes

Zelfstandig naamwoord

desnackbarv/m

  1. (horeca) een zaak waar men snacks en andere gefrituurde etenswaren verkoopt
    • De snackbar verkocht het meeste friet. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord snackbar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

  • Geluid:
  • IPA:
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
snackbar snackbars

Zelfstandig naamwoord

snackbar

  1. (horeca) snackbar
Schrijfwijzen
  • snack bar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.