sneeuwklokje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sneeuwklokje    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • sneeuw·klok·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord sneeuwklokje sneeuwklokjes

Zelfstandig naamwoord

hetsneeuwklokjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) een geslacht Galanthus  van twintig soorten bolgewassen uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae ), die in Europa en West-Azië voorkomen. In Nederland en België zijn naast het gewoon sneeuwklokje (Galanthus nivalis ) in stinzenmilieus ook Galanthus elwesii en Galanthus woronowii te vinden
    • Het wordt lente, want de sneeuwklokjes staan al in bloei. 
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord sneeuwklokje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.