sneeuwluipaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sneeuwluipaard    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • sneeuw·lui·paard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sneeuwluipaard sneeuwluipaarden
verkleinwoord sneeuwluipaardje sneeuwluipaardjes

Zelfstandig naamwoord

sneeuwluipaard m / o

  1. (roofdieren) bepaald soort zoogdier, Panthera uncia , katachtige uit de familie van de grote katten, Felidae 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord sneeuwluipaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.