hyena

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hyena    (hulp, bestand)
  • IPA: /hiˈjena/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hy·e·na
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘hyena-achtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1552 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord hyena hyena's
verkleinwoord hyenaatje hyenaatjes

Zelfstandig naamwoord

dehyenav/m

  1. (roofdieren) benaming voor zoogdieren uit de onderfamilie Hyaeninae , middelgrote nachtroofdieren
    • Heeft u een plaatje van een hyena? 
  2. (vlinders) Cosmia trapezina  een vlinder uit de familie van de uilen (Noctuidae)
    • De rupsen van de hyena doen hun naam eer aan: ze eten andere rupsen. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • holenhyena, hospitaalhyena, jachthyena
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord hyena staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

enkelvoud meervoud
hyena hyenas

Zelfstandig naamwoord

hyena

  1. (roofdieren) hyena
Verwante begrippen
katachtigen in het Engels:
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.