spaarzegel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spaarzegel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spaar·ze·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spaarzegel spaarzegels
verkleinwoord spaarzegeltje spaarzegeltjes

Zelfstandig naamwoord

despaarzegelm

  1. een stukje papier met een kleeflaag aan de achterkant (zoals een postzegel dat je krijgt bij aankopen in een winkel en dat je kan plakken op een spaarkaart bij een volle spaarkaart krijg je beloning.
    • nederlanders zijn dol op '''spaarzegels'''. 

Gangbaarheid

  • Het woord spaarzegel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.