spruitkool

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spruitkool    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spruit·kool
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spruitkool spruitkolen
verkleinwoord spruitkooltje spruitkooltjes

Zelfstandig naamwoord

despruitkoolv/m

  1. (voeding) (groente) (bloemplanten) een variëteit Brassica oleracea convar. oleracea var. gemmifera  van een koolsoort waarvan de gekookte okselknoppen als "spruitjes" gegeten worden.
    • Kool hadden ze volop gehad, witte kool en rooiekool en savoyekool en boerenkool en spruitkool.[1] 
Hyperoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord spruitkool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. J.F. van Druten, Kameleon, Volume 1, 1899, p. 109
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.