stamcel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stamcel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stam·cel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stamcel stamcellen
verkleinwoord stamcelletje stamcelletjes

Zelfstandig naamwoord

destamcelv/m

  1. (biologie) cel die zich tot een ander celtype differentieert
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stamcel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.