standaardtaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  standaardtaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stan·daard·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord standaardtaal standaardtalen
verkleinwoord standaardtaaltje standaardtaaltjes

Zelfstandig naamwoord

destandaardtaalv/m

  1. (taalkunde) officieel vastgelegde taalvorm die binnen een bepaald gebied als de voorgeschreven norm geldt
    • Het verdwijnen van de uniforme standaardtaal. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord standaardtaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.