steur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  steur    (hulp, bestand)
  • IPA: /stør/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • steur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steur steuren
verkleinwoord steurtje steurtjes

Zelfstandig naamwoord

desteurm

  1. (straalvinnigen) (voeding) bepaald soort anadrome vis, Acipenser sturio , die een lengte van 6 meter en een gewicht van 400 kg kan bereiken
    • Het kuit van de steur, kaviaar genoemd, is erg gewild. 
  2. (Nederlands-Indië) iemand die als verlaten Indo-Europees kind opgroeit of is opgegroeid in een opvangtehuis van Pa van der Steur
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
steuren

steur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steuren
    • Ik steur. 
  2. gebiedende wijs van steuren
    • Steur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steuren
    • Steur je? 

Gangbaarheid

  • Het woord steur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.