strafzaak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  strafzaak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • straf·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strafzaak strafzaken
verkleinwoord strafzaakje strafzaakjes

Zelfstandig naamwoord

destrafzaakv/m

  1. (juridisch) een rechtszaak die door de strafrechter behandeld wordt
    • De strafzaak werd geseponeerd. 
     De grote strafzaken namen hijzelf en Lars Silbermann natuurlijk voor hun rekening, een juridisch medewerker kon alleen in onbelangrijke zaken pro-deoadvocaat zijn, rijden onder invloed, snelheidsovertredingen, belediging en dat soort dingen.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord strafzaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.