stroming

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stroming    (hulp, bestand)
  • IPA: /'stromɪŋ/
Woordafbreking
  • stro·ming
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘beweging, partij’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
  • Naamwoord van handeling van stromen met het achtervoegsel -ing. [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stroming stromingen
verkleinwoord strominkje strominkjes

Zelfstandig naamwoord

destromingv

  1. het zich in een bepaalde richting voortbewegen van een vloeistof
    • Er stond een sterke stroming in de zeearm ten gevolge van de opkomende vloed. 
  2. een bepaalde beweging die zekere denkbeelden gemeen heeft
    • Het kubisme was een stroming die in de vorige eeuw de kunst sterk beïnvloed heeft. 
     Op de trail had ik geen plannen en bewoog met de stroming mee.[3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stroming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.