struisgras

Nederlands

Uitspraak

Geluid: struisgras (hulp, bestand)

(IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

struis·gras

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van struis en gras zn
^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	struisgras	struisgrassen
verkleinwoord	struisgrasje	struisgrasjes

Zelfstandig naamwoord

het struisgras o

(bloemplanten) een geslacht Agrostis uit de grassenfamilie (Poaceae ). De soorten van dit geslacht komen wereldwijd voor in gebieden met een gematigd klimaat

Hyperoniemen

grassenfamilie, zaadplanten, eenzaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Hyponiemen (in taxonomische zin)

fioringras, gewoon struisgras, hoog struisgras, klein struisgras, moerasstruisgras, ruw struisgras, tweetoppig struisgras, zandstruisgras

Gangbaarheid

Het woord struisgras staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

[1] struisgras in het Nederlands Soortenregister N
[1] struisgras op Wikidata

Verwijzingen

↑ struisgras op website: Etymologiebank.nl

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.