stumble

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  stumble (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstʌmbl̩/
Woordafbreking
  • stum·ble
Woordherkomst en -opbouw
  • Van Middelengels stomblen, in deze vorm aangetroffen sinds ca. 1300. Verdere oorsprong waarschijnlijk Scandinavisch.[1]
Naar frequentie 5211
vervoeging
onbepaalde wijs to  stumble 
he/she/it  stumbles 
verleden tijd  stumbled 
voltooid
deelwoord
 stumbled 
onvoltooid
deelwoord
 stumbling 
gebiedende wijs  stumble 

Werkwoord

stumble

  1. onovergankelijk struikelen
  2. onovergankelijk strompelen
  3. onovergankelijk een misstap begaan
  4. overgankelijk in de war brengen, verwarren [1]
Synoniemen
  • [1-2]: trip
  • [1-2]: trip up
  • [1-2]: slip up
  • [2]: dodder
  • [2]: hobble
Afgeleide begrippen
  • stumble across
  • stumble against
  • stumble on
  • stumble over
  • stumble upon
  • stumbling block
Uitdrukkingen en gezegden
  • to stumble upon something by accident
toevallig over iets vallen
  • to stumble at a straw
  • to stumble in a speech
  • to stumble into a circle
  • idiom to stumble on one's words
  • to stumble upon a clue
enkelvoud meervoud
stumble stumbles

Zelfstandig naamwoord

stumble

  1. faux pas, misstap, struikeling
  2. fout, vergissing
  3. blunder, flater, miskleun, uitglijder

Verwijzingen

  1. stumble, Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.