swegel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  swegel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • swe·gel
Woordherkomst en -opbouw
  • Oudhoogduits “swegala”
enkelvoud meervoud
naamwoord swegel swegels
verkleinwoord swegeltje swegeltjes

Zelfstandig naamwoord

deswegelm

  1. (muziekinstrument), (middeleeuwen) een (riet-)fluit
    • In een Nederlands-Engelswoordenboek uit 1648, wordt nog “a flute” gegeven, als Engelse vertaling voor een swegel', of “swegel-pijp”. [1]
Schrijfwijzen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'swegel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Het groot woorden-boeck: gestelt in 't Nederduytsch, ende in 't Engelsch, Auteur Henry Hexham, Rotterdam 1648 .(dbnl.nl)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.