tín

Faeröers

Uitspraak
  • IPA: /tʊiːn/
enkelvoud meervoud
nominatief tit
accusatief tegtykkum
genitief tíntykkara
datief tærtykkum

Persoonlijk voornaamwoord

tín

  1. van jou (genitief van de tweede persoon enkelvoud)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.