tally

Engels

enkelvoud meervoud
tally tallies

Zelfstandig naamwoord

tally

  1. inkeping, merkteken, etiket
  2. kerfstok, meetlat
  3. dubbeltje (van iets)
  4. score, aantal
  5. aantekening
vervoeging
onbepaalde wijs to  tally 
he/she/it  tallies 
verleden tijd  tallied 
voltooid
deelwoord
 tallied 
onvoltooid
deelwoord
 tallying 
gebiedende wijs  tally 

Werkwoord

tally;

  1. inkerven, aanstrepen, merktekenen
  2. overeenkomen, kloppen
  3. de stand bijhouden
  4. berekenen, optellen, turven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.