tandartsboor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tandartsboor    (hulp, bestand)
  • IPA: /xxxx/
Woordafbreking
  • tand·arts·boor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandartsboor tandartsboren
verkleinwoord tandartsboortje tandartsboortjes

Zelfstandig naamwoord

detandartsboorm

  1. (medisch) (gereedschap) een soort kleine boor waarmee de tandarts zieke tanden openboort
    • Het geluid van een tandartsboor. 
Synoniemen
  • tandartsfrees
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord tandartsboor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.