tandglazuur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tandglazuur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tand·gla·zuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandglazuur tandglazuren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hettandglazuuro

  1. het blinkend glazuur op de tandkroon die rond het tandbeen gelegen is
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tandglazuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.