tease
Nederlands
Uitspraak
- Geluid:
Woordafbreking
- tease
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| teasen |
tease
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teasen
- Ik tease.
- gebiedende wijs van teasen
- Tease!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teasen
- Tease je?
- aanvoegende wijs van teasen
Gangbaarheid
- Het woord tease staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: tease (VS) (hulp, bestand)
- IPA:
- SAMPA:
Woordherkomst en -opbouw
- Van Middelengels tesen, Angelsaksisch tæsan, Protogermaans *taisijan. Verwant met o.a. Deens tæse, Middelnederlands tesen, Nederlands tezen.[1]
| enkelvoud | meervoud |
|---|---|
| tease | teases |
Zelfstandig naamwoord
tease
- kwelling
- toestand waarin iemand gekweld wordt
- flirt [1]
- kwelgeest, plaaggeest
| vervoeging | |
|---|---|
| onbepaalde wijs | to tease |
| he/she/it | teases |
| verleden tijd | teased |
| voltooid deelwoord |
teased |
| onvoltooid deelwoord |
teasing |
| gebiedende wijs | tease |
Werkwoord
tease
- overgankelijk pesten, plagen, starren
- overgankelijk opwinden [3], opgewonden doen raken, teasen
- overgankelijk (v.haar) touperen
- overgankelijk, (textielindustrie) kaarden
Afgeleide begrippen
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.