< teasen
teasen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van teasen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | teasen | te teasen | ||||||||
toekomend | zullen teasen | te zullen teasen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geteased geteaset |
te hebben geteased geteaset | ||||||||
toekomend | geteased geteaset zullen hebben |
geteased geteaset te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
teasend | geteased geteaset | ev. tease | mv. verouderd teaset | tease | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | tease | teaset | teaset | teaset | teaset | teasen | teasen | teasen | |||
verleden (o.v.t.) | teasede teasete | teasede teasete | teasede teasete | teasede teasete | teasede teasete | teaseden teaseten | teaseden teaseten | teaseden teaseten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal teasen | zult/zal teasen | zult/zal teasen | zult teasen | zal teasen | zullen teasen | zullen teasen | zullen teasen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou teasen | zou teasen | zou(dt) teasen | zoudt teasen | zou teasen | zouden teasen | zouden teasen | zouden teasen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geteased geteaset | hebt geteased geteaset | hebt/heeft geteased geteaset | hebt geteased geteaset | heeft geteased geteaset | hebben geteased geteaset | hebben geteased geteaset | hebben geteased geteaset | |||
verleden (v.v.t.) | had geteased geteaset | had geteased geteaset | had geteased geteaset | hadt geteased geteaset | had geteased geteaset | hadden geteased geteaset | hadden geteased geteaset | hadden geteased geteaset | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geteased geteaset hebben | zal/zult geteased geteaset hebben | zult/zal geteased geteaset hebben | zult geteased geteaset hebben | zal geteased geteaset hebben | zullen geteased geteaset hebben | zullen geteased geteaset hebben | zullen geteased geteaset hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geteased geteaset hebben | zou geteased geteaset hebben | zou/zoudt geteased geteaset hebben | zoudt geteased geteaset hebben | zou geteased geteaset hebben | zouden geteased geteaset hebben | zouden geteased geteaset hebben | zouden geteased geteaset hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm geteased geteaset worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt geteased geteaset | er is geteased geteaset | |||||||||
verleden | er werd geteased geteaset | er was geteased geteaset | |||||||||
toekomend | er zal geteased geteaset worden | er zal geteased geteaset zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou geteased geteaset worden | er zou geteased geteaset zijn | |||||||||
lijdende vorm geteased geteaset worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | geteased geteaset worden |
geteased geteaset te worden | ||||||||
toekomend | geteased geteaset zullen worden |
geteased geteaset te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | geteased geteaset zijn |
geteased geteaset te zijn | ||||||||
toekomend | geteased geteaset zullen zijn |
geteased geteaset te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word geteased geteaset | wordt geteased geteaset | wordt geteased geteaset | wordt geteased geteaset | wordt geteased geteaset | worden geteased geteaset | worden geteased geteaset | worden geteased geteaset | |||
verleden (o.v.t.) | werd geteased geteaset | werd geteased geteaset | werd geteased geteaset | werdt geteased geteaset | werd geteased geteaset | werden geteased geteaset | werden geteased geteaset | werden geteased geteaset | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal geteased geteaset worden | zult geteased geteaset worden | zult geteased geteaset worden | zult geteased geteaset worden | zal geteased geteaset worden | zullen geteased geteaset worden | zullen geteased geteaset worden | zullen geteased geteaset worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou geteased geteaset worden | zou geteased geteaset worden | zou/zoudt geteased geteaset worden | zoudt geteased geteaset worden | zou geteased geteaset worden | zouden geteased geteaset worden | zouden geteased geteaset worden | zouden geteased geteaset worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben geteased geteaset | bent geteased geteaset | bent/is geteased geteaset | zijt geteased geteaset | is geteased geteaset | zijn geteased geteaset | zijn geteased geteaset | zijn geteased geteaset | |||
verleden (v.v.t.) | was geteased geteaset | was geteased geteaset | was geteased geteaset | waart geteased geteaset | was geteased geteaset | waren geteased geteaset | waren geteased geteaset | waren geteased geteaset | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal geteased geteaset zijn | zult geteased geteaset zijn | zult geteased geteaset zijn | zult geteased geteaset zijn | zal geteased geteaset zijn | zullen geteased geteaset zijn | zullen geteased geteaset zijn | zullen geteased geteaset zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geteased geteaset zijn | zou geteased geteaset zijn | zou/zoudt geteased geteaset zijn | zoudt geteased geteaset zijn | zou geteased geteaset zijn | zouden geteased geteaset zijn | zouden geteased geteaset zijn | zouden geteased geteaset zijn |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.