tijdsplan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tijdsplan (hulp, bestand)
- IPA: /'tɛitsplɑn/
Woordafbreking
- tijds·plan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tijd zn en plan zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tijdsplan | tijdsplannen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het tijdsplan o
- een schema waarin staat wat men wanneer, waar en met wie van plan is te gaan doen
- De centrale stad is al langer in overleg met de landelijke overheid om snorscooters van het fietspad af te krijgen. Dat heeft echter veel voeten in aarde en uit een onlangs vrijgegeven tijdsplan bleek dat Amsterdam nog jaren geduld moet hebben voordat alle procedures zijn doorlopen. [1]
- Om de enorme massa bedevaartgangers te managen, geldt er voor groepen pelgrims een vast tijdsplan voor de bedevaart van vijf dagen. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord tijdsplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tijdsplan" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Het Parool MARC KRUYSWIJK 18 APRIL 2016 Fietspaden West verboden terrein voor snorscooter
- ↑ Tubantia 25-09-15 Nederlandse dode bij bedevaart Mekka
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.