tochtdeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tochtdeur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tocht·deur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tochtdeur tochtdeuren
verkleinwoord tochtdeurtje tochtdeurtjes

Zelfstandig naamwoord

detochtdeurv/m

  1. (bouwkunde) een binnendeur ter voorkoming van tocht, bijv. de deur tussen vestibule en gang, of tussen magazijn en winkelruimte in een supermarkt
    • De klapdeur achter de voordeur is een tochtdeur. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tochtdeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.