toro

Niet te verwarren met: Toro

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toro    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • to·ro
enkelvoud meervoud
naamwoord toro toro's
verkleinwoord torootje torootjes

Zelfstandig naamwoord

toro

  1. (knaagdieren) Isothrix bistriata  een zoogdier uit de familie van de stekelratten (Echimyidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Johann Andreas Wagner in 1845. De soort komt voor in Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Peru en Venezuela
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'toro' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈtɔro/
Woordafbreking
  • to·ro

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
toro tori

toro m

  1. (dierkunde) stier
Antoniemen

Spaans

enkelvoud meervoud
toro toros

Zelfstandig naamwoord

toro m

  1. (dierkunde) stier
Antoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.