zoogdier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoogdier    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzoɣdir/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈzoχ.diːr/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈzox.diːr/
    • (Limburg): /ˈzoːɣ.diːr/
Woordafbreking
  • zoog·dier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoogdier zoogdieren
verkleinwoord zoogdiertje zoogdiertjes

Zelfstandig naamwoord

hetzoogdiero

  1. (dierkunde) warmbloedig, behaard gewerveld dier dat zijn (meestal) levend geboren jongen met melk voedt, behorend tot de biologische klasse Mammalia 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zoogdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.