torus

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  torus    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • to·rus
enkelvoud meervoud
naamwoord torus torussen
tori
verkleinwoord torusje torusjes

Zelfstandig naamwoord

detorusm

  1. (wiskunde) een driedimensionaal ringvormig oppervlak, lijkend op een opgeblazen luchtband
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord torus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
36 %van de Nederlanders;
44 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.