trema

Niet te verwarren met: tréma, Trema

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trema    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tre·ma
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘deelteken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1769 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord trema trema's
verkleinwoord tremaatje tremaatjes

Zelfstandig naamwoord

hettremao

  1. (taalkunde) diakritisch teken in de vorm van twee puntjes dat geplaatst wordt op een klinker om aan te geven dat met deze letter een nieuwe lettergreep begint
    • Het woord coëfficiënt heeft twee trema's. 
Verwante begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord trema staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Spaans

enkelvoud meervoud
trema tremas

Zelfstandig naamwoord

trema v

  1. (taalkunde) trema
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.