trivialiteit

Nederlands

Uitspraak

Geluid: trivialiteit (hulp, bestand)

Woordafbreking

tri·vi·a·li·teit

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van triviaal met het achtervoegsel -iteit (van het Frans)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	trivialiteit	trivialiteiten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de trivialiteit v het triviaal zijn: ^[1]

gewoonheid, alledaagsheid
(pejoratief) platvloersheid, vulgariteit, platheid, laagheid
onbeduidendheid
(wiskunde) evidentie

Synoniemen

afgezaagdheid, banaliteit

Verwante begrippen

platitude

Vertalingen

1.

Engels: banality ^(en), triviality ^(en)
Frans: trivialité ^(fr)

Spaans: trivialidad ^(es) v

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

Het woord trivialiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.