trompetboomfamilie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trompetboomfamilie    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • trom·pet·boom·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord trompetboomfamilie
verkleinwoord trompetboomfamilietje trompetboomfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

detrompetboomfamiliev

  1. (bloemplanten) een middelgrote familie Bignoniaceae  van tweezaadlobbige planten, universeel erkend door systemen van plantentaxonomie
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'trompetboomfamilie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.