tunnel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tunnel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtʏnəl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • tun·nel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘kunstmatige doorgang’ voor het eerst aangetroffen in 1834 [1]
  • uit het Engels tunnel[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tunnel tunnels
verkleinwoord tunneltje tunneltjes

Zelfstandig naamwoord

detunnelm

  1. (verkeer) een kunstmatige ondergrondse doorgang, m.n. op autowegen
    • Verderop loopt de weg een tunnel in. 
    • Een vrachtwagenchauffeur heeft zijn dak eraf gereden bij de Stationstunnel in Den Bosch. De wagen was te hoog om door de tunnel te rijden, maar daar kwam de bestuurder te laat achter. Het zou om een jonge chauffeur gaan die pas net zijn vrachtwagenrijbewijs heeft, maar het bedrijf uit Elshout waar de vrachtwagen van is wil niet verder op details ingaan. [3] 
     Omdat daar geen bruggenbouw mogelijk was geweest in de wintertijd. Dan moest je je uitsluitend bezighouden met het werken aan de tunnels.[4]
  2. (dierkunde) langwerpig hol [2]
  3. (figuurlijk) iets dat lang en overdekt is
     De AT, de Appalachian Trail, wordt ook wel de long green tunnel genoemd.[5]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

Een tunnel graven.

Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
tunnelen

tunnel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tunnelen
    • Ik tunnel. 
  2. gebiedende wijs van tunnelen
    • Tunnel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tunnelen
    • Tunnel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord tunnel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Deens

Zelfstandig naamwoord

tunnel

  1. tunnel

Verwijzingen

    Engels

    Woordherkomst en -opbouw
    • uit het Middelfrans tonel [1]

    Zelfstandig naamwoord

    tunnel

    1. tunnel

    Verwijzingen

    Estisch

    Zelfstandig naamwoord

    tunnel

    1. tunnel

    Frans

    Zelfstandig naamwoord

    tunnel m

    1. tunnel

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid:  tunnel    (hulp, bestand)
    • IPA: /tʉˈnel/
    Woordafbreking
    • tun·nel
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig uit het Engels en het Gammelfrans.

    Zelfstandig naamwoord

    tunnel m

    1. (verkeer) tunnel
      «Tunnelen var delvis sperret etter at en buss fikk motorstopp inne i tunnelen
      De tunnel werd gedeeltelijk geblokkeerd nadat een bus motorstoring in de tunnel had.
    2. (verkeer) onderdoorgang, voetgangerstunnel
    3. een kleinere holle gang, bijvoorbeeld in een machine.
    4. (figuurlijk) situatie, een stuk levensweg.
    5. (sport) doorlaat, gat
    Verbuiging
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   tunnel     tunnelen     tunneler     tunnelene  
    genitief   tunnels     tunnelens     tunnelers     tunnelenes  
    Schrijfwijzen
    • tunell
    Afgeleide begrippen
    • [1-2] tunnelarbeider, tunnelfri
    • [1] biltunnel, bybanetunnel, jernbanetunnel, T-bane, tunnelbane
    • [2] gangtunnel
    Uitdrukkingen en gezegden

    [3] se lys i enden av tunnelen

    • De situatie begint zich te verbeteren.

    [5] slå en tunnel

    • De bal tussen de benen van een tegenstander door spelen.

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid:  tunnel    (hulp, bestand)
    • IPA: /tʉˈnel/
    Woordafbreking
    • tun·nel
    Woordherkomst en -opbouw
    • Afkomstig uit het Engels en het Gammelfrans.

    Zelfstandig naamwoord

    tunnel m

    1. (verkeer) tunnel
    2. (verkeer) onderdoorgang, voetgangerstunnel
    3. (figuurlijk) situatie, een stuk levensweg.
    4. een kleinere holle gang, bijvoorbeeld in een machine.
    Verbuiging
      enkelvoud meervoud
    onbepaald bepaald onbepaald bepaald
    nominatief   tunnel     tunnelen     tunnelar     tunnelane  
    genitief                        
    Schrijfwijzen
    • tunell
    Afgeleide begrippen
    • [1-2] tunnelarbeider, tunnelfri
    • [1] biltunnel, bybanetunnel, jernbanetunnel, T-bane, tunnelbane,
    • [2] gangtunnel
    Uitdrukkingen en gezegden

    [3] Det er lys i enden av tunnelen.

    • De situatie begint zich te verbeteren.

    Zweeds

    Zelfstandig naamwoord

    tunnel

    1. tunnel
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.